De familie Pijlsta woont op de hoek. Meneer Pijlstra is een rustige man maar je kan wel met hem lachen ook al kan hij streng zijn …Zijn vrouw, mevrouw Pijlstra is lief, van haar krijgen we altijd een pepermuntje als ze ons voorbij ziet komen.. Ze staat heel vaak buiten een sigaretje te roken want binnen rookt ze niet …
Meneer Pijlstra kan niet tegen de rook, hij rookt niet, vroeger wel hoor vertelde hij ons laatst …
Zomers zijn ze er nooit, dan zijn ze naar de camping en wij zijn toen bij hun geweest, we mochten daar logeren …Wat hebben we toen een lol gehad. We gingen zwemmen in zee …en buurvrouw Pijlstra ging met ons mee alleen viel ze toen in slaap op het strand …..Wij vonden dat niet erg en lieten haar lekker slapen
want wij dachten ...dan heeft ze straks geen zin om aardappelen te koken en zal ze buurman wel weg sturen om friet te kopen …Wij begonnen het zeewater wat koud te vinden en besloten toen om over het strand te gaan wandelen. Toen we weer terug wilden, konden we buurvrouw niet meer vinden …Waar zou ze zijn, vroegen wij ons af …
Misschien is ze alvast weer naar de caravan gegaan zei Jacobien …Ja dat zou kunnen, zei Dorien.
Misschien moeten we daar maar eens gaan kijken zei Dorien. Toen we onderweg waren naar de camping kwamen we buurman tegen …Hij vroeg waar is buurvrouw ? is ze dan niet op de camping, vroeg Jacobien. Nee, zei buurman, daar is ze niet ik kom daar net vandaan. Ohhhhh, riepen Jacobien en Dorien in koor, dan is ze nog op het strand. 
Met zijn drietjes liepen ze terug naar het strand om buurvrouw te gaan zoeken. 
Toen we weer op het strand waren zagen we nogal wat mensen staan bij de badhokjes en dachten wat is daar gebeurd…Meneer Pijlstra zei …kom we gaan even kijken misschien vinden wij buurvrouw daar ook wel. Toen we bij de mensen waren vroeg buurman aan een meneer …wat is hier aan de hand ..?De meneer zei, er zit een mevrouw opgesloten in het badhokje en de deur wil met geen mogelijkheid open …Jabobien en Dorien keken elkaar aan en dachten wat buurman zei:Hij zei, toch niet mijn vrouw ...? en liep op het badhokje toe. Iels,zo noemde hij haar altijd. En ja hoor, buurvrouw zat opgesloten in het badhokje ….......
Ik kan er niet uit man riep ze …Buurman zei, wees nu maar kalm het komt wel goed, hij keek naar het slot op de deur en zei tegen haar: Iels als je nu eens de knop omdraait van het slot misschien wil het dan wel …?En ja hoor de deur ging open …Daar stond buurvrouw met een rood hoofd. Wat hebben we later nog gelachen …
Maar die avond aten wij wel friet!