Zo, dit is de laatst bladzijde uit het album, zei oma Toos. Ik heb in de kast nog veel meer albums met mooie plaatjes, maar die gaan we later wel een keer samen bekijken. Graag, zeiden Dorien en Jacobien, want dit is toch wel heel mooi. Zo leren we ook wat over vroeger, want wij hadden nog nooit van Ot en Sien gehoord.
En je bent nooit te oud om te leren, zei opa Baardstra lachend.

Deze zijn ook mooi, zei Jacobien, vooral die plaatjes in de sneeuw. Ja, vind ik ook zei Dorien. Wel jammer dat we op het plaatje met de kerstboom de kleur van de lichtjes niet kunnen zien.
Ja, zei opa Baardstra, dat komt omdat het  zwart-wit is. Geeft niks zei Jacobien. Ik vind het zo ook al heel mooi.
Oma Baardstra lachte om het enthousiasme van Dorien en Jacobien en gaf stiekem een knipoog naar opa Baardstra.

Dit is de laatste zei oma Baardstra, zo te zien hebben jullie er wel van genoten.
Nou en of, zeiden Jacobien en Dorien bijna tegelijk. Prachtig......ik ga als ik thuis ben meteen aan mijn moeder vragen of zij Ot en Sien ook kent, zei Jacobien. Ik ook, zei Dorien. Nou, zei opa Baardstra, ik denk dat jullie ouders de verhaaltjes van Ot en Sien ook wel kennen, anders zeker jullie opa's en oma's wel.
Ja, die kunnen we het ook vragen, zei Jacobien.

En gaat u nu het liedje zingen wat u beloofde, vroeg Dorien. Ja, dat zal ik doen, zei opa Baardstra, maar ik ga eerst even een glas water drinken om mijn keel te smeren.
Terwijl opa Baardstra naar de keuken was om water te halen, vroeg Dorien aan oma Baardstra welk liedje opa Baardstra zal zingen. Ik denk, zei oma Baardstra, dat hij een heel oud liedje voor jullie gaat zingen, dat ook over een opa gaat. Dat liedje is gemaakt toen de Zuiderzee werd afgesloten. Waar vroeger water was is nu land waar mensen wonen. De Zuiderzeewerken noemen ze dat en is bedacht door hele knappe mensen. Er werd toen ook een dijk dwars door het water aangelegd, dat is de Afsluitdijk. De vroegere Zuiderzee heet nu IJsselmeer. Terwijl Jacobien vertelde dat ze daar wel eens over was gereden kwam opa Baardstra de kamer weer binnen.
Nou meisjes, zei Opa Baardstra, mijn keel is gesmeerd, het zingen kan beginnen.